Je kunt een hypotheek afsluiten waarbij je iedere maand aflost. Er zijn echter ook hypotheken waarbij je niet hoeft af te lossen (of maar een klein deel).
Wanneer is aflossen gunstig
Bij het aflossen van een hypotheek betaal je iedere maand hypotheekrente en aflossing (en/of premie). Het nadeel aan aflossen is dat jouw maandlasten hoger zijn dan wanneer je niet aflost. Je hebt minder geld in jouw handen om extra aankopen te doen.
Het grote voordeel van aflossen is dat je eigen vermogen opbouwt: hoe langer je in jouw huis woont, hoe meer je hebt afgelost. Het geld dat je hebt betaald aan aflossing, samen met de overwaarde van jouw huis is jouw vermogen. Dit vermogen kan je bijvoorbeeld gebruiken om in de toekomst een duurder huis aan te kopen.
Een voorbeeld van aflossing: je hebt een hypotheek van 200.000 euro. Iedere maand los je 500 euro af. Je woont 5 jaar in dit huis, waarbij je 60 maanden 500 euro heeft afgelost. In totaal is dit 30.000 euro. Als je jouw huis verkoopt, moet je de rest van jouw schuld aflossen. Als jouw huis niet in waarde is gestegen, krijg je er weer 200.000 euro voor terug. Je betaalt de rest van jouw hypotheek af: nog 170.000 euro, zodat je 30.000 euro overhoudt. Dit is jouw vermogen. Vaak wordt een huis echter meer waard. Stel dat jouw huis na 5 jaar 220.000 euro waard is: dan kan je de overwaarde van 20.000 euro optellen bij jouw vermogen. In totaal heb je 50.000 euro.
Wanneer is aflossen niet gunstig
Je kunt ook een hypotheek afsluiten zonder dat je gaat aflossen. Je betaalt dan iedere maand enkel rente: geen premie of aflossing.
Bij het niet aflossen van jouw hypotheek zijn jouw maandlasten een stuk lager dan wanneer je wel aflost. Je bouwt echter wel minder vermogen op. Als je jouw huis verkoopt, moet je eerst jouw hele hypotheek aflossen, aangezien je nog niets had afgelost. Als jouw huis ondertussen meer waard is geworden, dan is deze overwaarde voor je, maar wanneer het huis minder waard is geworden, blijf je zitten met een restschuld.
Een voorbeeld wanneer aflossen niet gunstig is: je bent 65 jaar en leeft van een klein pensioen en AOW. Het is dus goed om lage maandlasten te hebben. Het geld dat je niet besteedt aan aflossing, kan je voor andere dingen gebruiken, aangezien je op latere leeftijd niet vaak meer gaat sparen voor later. Je hoeft met andere woorden geen vermogen meer op te bouwen.
Deze aflossingsvrije hypotheek is ook voor de bank gunstig, aangezien je wel gewoon hypotheekrente betaalt. Wanneer je niet meer kunt betalen (of overlijdt), heeft de bank jouw huis als onderpand. De bank verkoopt dan jouw huis en zodoende is jouw hypotheek is meteen ook afgelost.
Volledig aflossingsvrij niet meer mogelijk
Vanaf 2013 is het niet meer mogelijk om een nieuwe volledig aflossingsvrije hypotheek af te sluiten. Volgens de hypotheekverstrekkers is bij een volledig aflossingsvrije hypotheek de kans op een restschuld te groot. Omdat je niets aflost, betaal je de hypotheek af met de opbrengst van de verkoop van jouw huis. Wanneer jouw huis niet in waarde stijgt of zelfs in waarde daalt kan je mogelijk de hypotheek niet helemaal aflossen. Als je de hypotheek niet volledig kunt betalen, blijf je zitten met een restschuld. Om het risico op een restschuld te verkleinen hebben de hypotheekaanbieders met elkaar afgesproken dat maximaal 50% van een hypotheek aflossingsvrij mag zijn.
Gerelateerde begrippen:
Boetevrije aflossing
Overwaarde